Vragen en antwoorden Alde Lune
Waterkwaliteit
Hoe is de chemische kwaliteit van het water in de Alde Lune?
De concentraties stikstof en fosfor die in het buitenwater in de Alde Lune zijn gemeten, schommelen rond de norm. Het gemiddelde stikstofgehalte is kleiner of gelijk aan 2,8 milligram/liter en het gemiddelde fosforgehalte is kleiner of gelijk aan 0,15 milligram/liter. Deze gehaltes laten regelmatig flinke uitschieters boven de norm zien. Daarom zijn maatregelen nodig. Zie ook de onderstaande grafieken.
^ Stikstofconcentratie (milligram/liter) in de zomermaanden vanaf 2010 op meetpunt 0947 Alde Lune, Alde Miede. Het zomergemiddelde volgens de Kaderrichtlijn Water-norm voor stikstof is lager of gelijk aan 2,8 milligram/liter in dit type water (M3). Klik op de afbeelding voor een vergroting.
^ Fosforconcentratie (milligram/liter) in de zomermaanden vanaf 2010 op meetpunt 0947 Alde Lune, Alde Miede. Het zomergemiddelde volgens de Kaderrichtlijn Water-norm voor fosfor is lager of gelijk aan 0,15 milligram/liter in dit type water (M3). Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Kunnen we met de al lopende maatregelen, zoals het afschaffen van de derogatie en het instellen van bufferstroken, de Europese doelen voor de waterkwaliteit halen?
Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) moeten de doelen voor de chemische en biologische kwaliteit van het oppervlaktewater in Fryslân worden gehaald in 2027. Mogelijk halen we in de Alde Lune bij de chemische kwaliteit wel de KRW-doelen. Maar ook de staat van het waterleven (biologische waterkwaliteit) telt in de beoordeling mee. Zowel de chemische als biologische waterkwaliteit kunnen we positief beïnvloeden door de manier van onderhoud en de inrichting van de sloot. De verwachting is dat ook de bufferstroken (stroken grond langs de sloot waarop geen mest, chemische gewasbeschermingsmiddelen of biociden mogen worden gebruikt) en het afschaffen van de derogatie (uitzonderingspositie Nederland voor het uitrijden van mest) een positieve invloed zullen hebben op de waterkwaliteit en het halen van de KRW-doelen.
Komt de opgave in de Alde Lune bovenop de invoering van de bufferstroken en de afschaffing van de derogatie?
De opgave voor het onderhoud en de inrichting van hoofdwatergangen (Kaderrichtlijn Water) bestaat al sinds 2000. Het gaat hierbij om het verbreden van sloten en het aanpassen van het onderhoud voor het waterleven en waterkwaliteit. De bufferstroken en afschaffing derogatie zijn recente maatregelen om de uitspoeling van voedingsstoffen naar het oppervlaktewater en grondwater te verminderen en de waterkwaliteit te verbeteren.
Wordt de landbouw afgestraft voor de ganzenpoep die van landbouwgrond in het water terechtkomt?
De concentratie aan voedingsstoffen in het oppervlaktewater is afhankelijk van veel factoren. Met name afspoeling van fosfor en uitspoeling van stikstof spelen een rol. Maar ook de bodem, waterdiepte, detailontwatering, type slootonderhoud en toegepaste gewassen spelen een rol. Lees ook het waterkwaliteitsonderzoek Mesdagfonds en Wetterskip Fryslân in het nieuwsbericht op nmi-agro.nl. Bekijk voor verdere informatie het rapport Invloed van vogels op de waterkwaliteit op wur.nl.
Hoe schoon komt het water het gebied Alde Lune in via de waterinlaten van de boezem en hoe schoon verlaat het water het gebied via het gemaal?
De boezem is het stelsel van meren, kanalen en vaarten. Het boezemwater (Prinses Margrietkanaal Burgum) heeft een lager gehalte aan voedingsstoffen (gemiddeld 0,09 milligram/liter fosfor en 2,04 milligram/liter stikstof) dan het water dat via het gemaal Alde Lune de polder verlaat (gemiddeld 0,17 milligram/liter fosfor en 2,53 milligram/liter stikstof). Het boezemwater is dus schoner dan het polderwater. Veenafbraak en uitspoeling van voedingsstoffen zorgen ervoor dat het polderwater minder schoon is dan het boezemwater.
Welke invloed heeft de dumping van grond en bagger in de zandwinplas vlakbij het inlaatpunt op de waterkwaliteit in Alde Lune?
Aan de grond en bagger die in de zandwinplas worden gestort worden zijn kwaliteitseisen gesteld. Het minder diep maken van de zandwinplas past bij de duurzame eindbestemming van de plas. Het is de bedoeling dat hier een ondiepe ecologische zone ontstaat waar waterplanten kunnen groeien. Dat is nu door de grote waterdiepte niet mogelijk. De bagger en grond die in de plas terecht komen worden eerst bemonsterd en geanalyseerd op de stoffen PAK en PCB/OCB, zware metalen, bodemkarakteristieken en recentelijk ook op verschillende PFAS. Het waterschap krijgt afschriften van deze bemonsteringen en analyses.
Houdt Wetterskip Fryslân toezicht en controle op de beide zandwinplassen?
Ja, het waterschap krijgt van iedere vracht grond/bagger die in de plassen wordt gebruikt bericht en bemonsterings- en analysegegevens. Het materiaal is bemonsterd en moet voldoen aan de vastgestelde kwaliteitsnormen. Zowel het waterschap als de FUMO houden hier toezicht op. Ga voor meer informatie naar de Nota Waterbodembeheer Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl).
Rioolwaterzuiveringsinstallaties lozen gezuiverd water op de boezem. Hoeveel medicijnresten zitten daar in die vervolgens weer in de polder worden gelaten? Wat doet het waterschap daar aan?
Er is een toenemende aandacht voor milieuvreemde stoffen, zoals hormonen en medicijnresten in het gezuiverde afvalwater van onze rioolwaterzuiveringen. Het is belangrijk om het publiek via apotheken en huisartsen te informeren over de schadelijke effecten. Onze zuiveringen kunnen Paracetamol goed verwijderen, maar andere pijnstillers minder goed. We verwachten dat in de toekomst de eisen voor medicijnresten in het oppervlaktewater strenger zullen worden. Zo staat in de nieuwe concept richtlijn voor stedelijk afvalwater dat grote rioolwaterzuiveringen 80 procent reductie moeten halen bij zes medicijnresten. Lees ook ons nieuwsbericht over veel chemische stoffen aangetroffen in gezuiverd rioolwater en de vragen en antwoorden ecologische doelen op helpdeskwater.nl.
Uit LEI-onderzoek van Universiteit Wageningen bleek dat er pieken in stikstof en fosforconcentraties in oppervlaktewater optraden zonder dat er mest was uitgereden. Hoe kan dat? Kan ganzenpoep de oorzaak zijn?
De pieken in stikstof en fosfor kunnen veroorzaakt worden door hevige neerslag (afspoeling), uitspoeling van afgebroken/geoxideerd veen, het inlaten van gebiedsvreemd water of vrijkomen/nalevering van voedingsstoffen vanuit de waterbodem. Of ganzenpoep de pieken veroorzaakt, kunnen we niet beoordelen. Wel is bekend dat uitwerpselen van watervogels in zwemwateren tot kwaliteitsproblemen voor het zwemwater kunnen leiden. Dan zijn vooral besmettingen met darmbacteriën (E.coli en intestinale enterokokken) het probleem.
De waterkwaliteitseisen in Nederland verschillen van die van andere Europese landen. Is dit verschil terecht?
Het klopt dat er binnen de Europese Unie verschillen zijn in waterkwaliteitsnormen. Ook de Kaderrichtlijn Water geeft die ruimte. Alleen moet het normenstelsel wel aan voorwaarden voldoen en er vindt internationale afstemming over plaats. De waterbeheerders in Nederland hebben in beeld gebracht waar verschillen in normen tussen landen in grensoverschrijdende wateren tot problemen leiden in Nederland. Dit is vooral het geval bij een aantal wateren die vanuit België naar Nederland stromen. Naar aanleiding hiervan zijn Kamervragen gesteld en heeft de minister toegezegd de verschillen goed in beeld te brengen. Met het rapport ‘Vergelijking KRW-normen Nederland en buurlanden' uit 2022 is hier invulling aan gegeven.
Het rapport beschrijft goed de achtergronden, de knelpunten en de nuances hierbij. Het rapport gaat vooral over de grensoverschrijdende (stromende wateren). Het beeld hierbij is dat met name België ruimere normen voor stikstof en fosfor hanteert. Dit betekent overigens niet dat dit overal en voor alle watertypen geldt. Voor bijvoorbeeld zoete polderwateren gebruikt Vlaanderen een norm van 0,14 milligram/liter P totaal over het zomergemiddelde. Bij ons is dat 0,15 milligram/liter. Deze normen liggen heel dicht bij elkaar.
Voor de grensgebieden is het belangrijk dat er goed naar de verschillen tussen de landen wordt gekeken en dat knelpunten worden opgelost. Dit is alleen voor Wetterskip Fryslân minder relevant.
Moeten andere Europese landen ook volgens de Kaderrichtlijn Water doelen voor de waterkwaliteit en slootonderhoud halen?
Ja, ook voor andere Europese landen geldt een KRW-opgave voor de waterkwaliteit en dus ook voor het onderhoud.
De chemische waterkwaliteit in de Alde Lune is toch erg goed en de bufferzones zijn toch niet nodig? Gaat Wetterskip Fryslân dit ook melden bij het Rijk en gebiedsgericht werken?
Uit toetsing van de metingen van de waterkwaliteit in Alde Lune aan de normen blijkt dat de chemische waterkwaliteit in de Alde Lune bij een deel van de bemonsteringen net voldoende is, maar dat een deel van de metingen ook flinke overschrijdingen van de normen laat zien. Maatregelen als een gewijzigde slootinrichting en natuurvriendelijk onderhoud zorgen voor een verbetering van de waterkwaliteit. Stikstof en fosfor vallen bij de Kaderrichtlijn Water onder de biologie-ondersteunende parameters. De doelen voor vier biologische kwaliteitselementen (waterplanten, vissen, algen en macrofauna) bepalen het uiteindelijke ecologische eindoordeel voor de waterkwaliteit. De gebruikte normen voor de N en P moeten dus passen bij de doelen voor de biologische kwaliteitselementen en moeten dus niet losstaand worden bekeken.
Waar vind ik meer informatie over de Europese Kaderrichtlijn Water?
Op Helpdesk Water vind je vragen en antwoorden over de ecologische doelen.
Verbreden watergangen tot integrale legger
Hoe vindt compensatie plaats bij verbreding van watergangen en om hoeveel verbreding gaat het dan?
We hebben in de Alde Lune zelf geen ruilgrond beschikbaar, dus de compensatie is financieel. En mogelijk kunnen we met maatwerk, bijvoorbeeld een nuttige toepassing van vrijkomende grond in te verbreden dammen, het verlies aan grond compenseren.
Vaak gaat het bij de verbreding van sloten om smalle strookjes die niet ‘in grond’ te compenseren zijn. Stel dat het bij een grondeigenaar gaat om 2 meter verbreding van een sloot over een lengte van 300 meter. Dan gaat het in totaal om 600 m2 grond die nodig is voor de verbreding. Wij hebben geen ruilgrond van die afmetingen beschikbaar.
We willen in de Alde Lune een andere vorm van onderhoud toepassen, waarbij we ongeveer 25 procent van de totale begroeiing in de sloot laten staan. Dit betekent dat bij te krappe sloten dan eerst een verbreding nodig is om dit onderhoud mogelijk te maken. We bekijken en berekenen dit per watergang.
Waarom stellen jullie niet meer grond beschikbaar? Landbouw heeft geen behoefte aan geld, maar aan grond. Het wegvallen van de derogatie, de bemestingsvrije zones en stikstofbeleid vragen om extensivering en dus meer grond in plaats van minder.
We begrijpen dat beteelbare oppervlakte belangrijk is voor grondeigenaren. Mogelijk kunnen we met maatwerk (bijvoorbeeld een nuttige toepassing van vrijkomende grond in te verbreden dammen of, onder voorwaarden, stukjes minder belangrijke watergang dempen) de nadelen beperken.
Stel dat de grondeigenaren niet mee willen werken aan de slootverbredingen. Wat dan?
In dat geval zullen wij bestuurlijk een afweging moeten maken. De opgaven (vanuit Europa) zijn niet vrijblijvend.
Is Wetterskip Fryslân verplicht om het onderhoud in hoofdwatergangen te veranderen naar meer ecologisch onderhoud en, waar nodig, de watergangen daarvoor te verbreden?
Ja, de opgave vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is niet vrijblijvend en dus verplicht. Voor 2027 moeten de doelen voor de hoofdwatergangen die door provincie Fryslân zijn aangewezen als KRW-waterlichaam zijn behaald. Op de KRW Waterlichamenkaart staan de wateren waarvoor de KRW-doelen gelden.
Is het mogelijk dat bij een aantal hoofdwatergangen het onderhoud wordt aangepast en dat bij sommige sloten het huidige onderhoud wordt behouden?
Ja, dat zou kunnen als er goede redenen voor zijn. Maar als een hoofdwatergang te smal en te ondiep is voor ecologisch onderhoud, dan moet de sloot worden verbreed. Wij willen in de Alde Lune alle hoofdwatergangen toetsen en de uitkomsten bespreken met de aangrenzende grondeigenaren.
Stel, er is geen ruimte voor verbreding door bijvoorbeeld huizen of wegen. Hoe gaat Wetterskip Fryslân daar mee om?
De verbredingen van sloten moeten praktisch haalbaar zijn. We gaan in de Alde Lune geen woningen of wegen verwijderen.
Mag extensiever slootonderhoud in boerensloten ook meetellen in de opgave, zodat mogelijk minder hoofdwatergangen hoeven te worden verbreed? Waterschapssloten (hoofdwatergangen) zijn maar een klein deel van het totaal aantal watergangen.
Nee, de opgaven in de Alde Lune gelden alleen voor de hoofdwatergangen van het waterschap. Deze hebben een resultaatsverplichting voor de Europese Kaderrichtlijn Water. Voor de andere watergangen gelden er doelstellingen zonder resultaatsverplichting. Grondeigenaren kunnen hun eigen perceelsloten/overige wateren natuurvriendelijk onderhouden. Ook dit draagt bij aan een betere waterkwaliteit. Alleen telt dit ecologisch onderhoud niet mee in onze opgave in de Alde Lune.
Kan het aangepaste of meer ecologisch onderhoud van gewone perceelsloten ook (deels) invulling van de verbredingsopgave zijn?
Hierover gaan we graag in gesprek. Meer ecologisch onderhoud van perceelsloten is zeker positief voor de ecologische waterkwaliteit, maar het hangt van de situatie af of het haalbaar is. Meer ecologisch onderhoud van perceelsloten/overige wateren lost het probleem van te krappe hoofdwatergangen (te ondiep/te smal) echter niet op, zeker niet als er nu al sprake is van problemen met de waterafvoer.
We staan open voor ideeën van grondeigenaren over hun eigen slootonderhoud. Zo kan onderhoud met een baggerpomp (waarbij de taluds worden gespaard) uiteindelijk inzakkende taluds voorkomen en de baggeraanwas verminderen.
Hoe regel ik dat mijn schouwsloot extensief mag worden onderhouden, zonder dat ik hiervoor een aanschrijving van Wetterkip Fryslân krijg?
Als de aan- en afvoer van water niet in het gedrang komt, kunnen eigenaren hun schouwsloten extensiever onderhouden. Je kunt dit bespreken met onze rayonbeheerder.
Veenweideopgave
Fluctuerende peilen zijn slecht voor de stabiliteit van taluds. Deze kunnen inzakken bij plotselinge peilverlagingen. Leidt een flexibel peilbeheer tot meer inzakken van taluds?
Het waterschap gaat bij verbreding van hoofdwatergangen uit van een taludhelling van 1:2 in plaats van de huidige, steilere taluds. Flauwere taluds zakken minder snel in dan steilere taluds.
Het principe van ‘een hoog peil als het kan en een laag peil als het moet’ (‘HAKLAM’) betekent in de praktijk niet dat het waterpeil in korte tijd sterk fluctueert. Een plotselinge en te sterke peilverlaging heeft negatieve gevolgen voor de taluds, zeker na een periode van ijsvorming. Bij een hoger peil verbetert juist de stabiliteit van de taluds.
Ook de manier waarop taluds worden onderhouden speelt een rol bij de stabiliteit. In gebieden die gevoelig zijn voor afkalving is het beter om de taluds te ontzien bij slootonderhoud. Zwarte, onbegroeide taluds kalven bij het onderhoud makkelijker af. De inzet van een baggerpomp bij het onderhoud, waarbij taluds worden gespaard, werkt juist positief.
Is er op de lage percelen in de polder wel ruimte voor hogere waterpeilen?
De peilverhogingen zijn maatwerk en de greppels moeten kunnen blijven afwateren.
Kan het waterpeil in de zomer omhoog en in de winter wat omlaag?
We onderzoeken dit bij de uitwerking van flexibel peilbeheer in de Alde Lune. Een lager peil dan het huidige peil is in het algemeen niet meer mogelijk. Uitgangspunt vormt het Veenweideprogramma. Lees voor meer informatie het Veenweideweideprogramma op veenweidefryslan.frl.
(Peil)beheer, onderhoud, knelpunten en ideeën
Twee jaar geleden heeft de polder Alde Lune deels onder water gestaan. Wordt dit door extensiever onderhoud niet verergerd, ofwel leidt dit niet tot een ramp?
Twee jaar geleden was er in korte tijd sprake van 100 millimeter neerslag. Wateroverlast is op zo’n moment onvermijdelijk. Het afvoerstelsel en het gemaal in de Alde Lune kunnen ongeveer 12 millimeter water per dag afvoeren. Het afvoeren van een neerslagpiek van 100 millimeter duurt meer dan een week. Door de hoofdwatergangen te verbreden, verbetert de waterafvoer. Ook stijgen de waterpeilen in de sloten minder snel, omdat de sloten meer water kunnen bergen. Hierdoor blijft de wateroverlast binnen de perken, ondanks het aangepaste, ecologische onderhoud. We kunnen alleen niet garanderen dat er nooit wateroverlast ontstaat.
Leidt de klimaatverandering met fellere buien juist niet tot meer kans op wateroverlast, zeker bij aangepast onderhoud?
Dat klopt, maar de combinatie van aangepast onderhoud en verbreden van hoofdwatergangen biedt juist meer ruimte voor water(berging). Bredere watergangen zijn bij een veranderend klimaat (drogere zomers, maar fellere buien) gunstig voor zowel de berging als de aan- en afvoer van water.
Heeft Wetterskip Fryslân genoeg personeel om adequaat en snel te kunnen ingrijpen bij neerslagpieken van 100 millimeter?
Het gemaal Alde Lune is geautomatiseerd en slaat dus zelf aan bij een neerslagpiek. Bij neerslagpieken van 100 millimeter is het peilbeheer erop gericht om de wateroverlast niet ‘zo snel mogelijk richting het putje’ te krijgen maar evenredig te verdelen over de verschillende peilvakken. Dat er dan enkele dagen sprake is van wateroverlast is onontkoombaar.
Kan het waterschap ook iets doen aan de wateraanvoer langs de Louwsmarwei? De afvoer is matig, het water loopt niet goed door en de sloot zit vol bagger.
Dit probleem is bij ons bekend en nemen we mee in de uitwerking van de maatregelen. We gaan daarover graag met de grondeigenaar in gesprek. Wij gaan de waterinlaat beoordelen en zo nodig aanpassen om verstopping te voorkomen. Bij deze inlaat is er nauwelijks verschil tussen boezempeil en polderpeil. Hierdoor is de stroomsnelheid klein en is er een groter risico op verstopping. Daarnaast ligt de inlaatduiker vrij diep. We bekijken in het project of we dit kunnen verbeteren.
Kan het waterschap ook iets doen aan de inlaat aan de westkant van de polder? Deze zit vaak verstopt en doorspoelen helpt niet.
Wij gaan deze inlaat beoordelen en zo nodig aanpassen om verstopping te voorkomen. Bij deze inlaat is er nauwelijks verschil tussen boezempeil en polderpeil. Hierdoor is de stroomsnelheid klein en is er een groter risico op verstopping. Daarnaast ligt de inlaatduiker vrij diep. We bekijken in het project of we dit kunnen verbeteren.
De wateraanvoer in landbouwgebied Louwsmarwei is matig. In de zomer staat er vrijwel geen water in de sloot en in de winter juist heel veel. Kan dat niet anders?
We gaan dit probleem beoordelen en komen met voorstellen.
Het talud van mijn schouwsloot zakt in en mijn woning zakt. Is hier wat aan te doen?
We bekijken dit graag samen met de eigenaar in het veld.
De waterafvoer van mijn sloot is matig of slecht. Is hier wat aan te doen?
De watergangen die wij als ‘te krap’ hebben beoordeeld komen grotendeels overeen met de praktijkervaringen van de grondeigenaren.