Wat doen wij om wateroverlast tegen te gaan?
Ons klimaat verandert. We krijgen steeds meer te maken met lange periodes van hitte, neerslagtekort en droogte, maar ook met hoosbuien en wateroverlast. Wateroverlast ontstaat bijvoorbeeld door langdurige regen, hoosbuien of neerslag in combinatie met harde wind die het water opstuwt.
Hoe proberen we wateroverlast tegen te gaan?
We proberen wateroverlast natuurlijk zoveel mogelijk te voorkomen. Dit doen we bijvoorbeeld in ons dagelijkse werk, door dijken sterk te houden en de kaden en oevers langs meren, kanalen en vaarten te controleren en verbeteren. We kiezen er soms ook voor, bijvoorbeeld als er veel neerslag verwacht wordt, de waterstand in de Friese boezem (stelsel van vaarten, sloten, meren en kanalen die met elkaar in verbinding staan) tijdelijk te verlagen. Zo ontstaat er meer ruimte om water op te vangen als het langdurig of veel gaat regenen. Per centimeter boezem kunnen we dan 1,5 miljoen kuub extra water opvangen.
Welke actie ondernemen we bij wateroverlast?
We regelen de waterstand in de Friese boezem door bij veel regen water via spuisluizen te lozen naar het Lauwersmeer en de Waddenzee. Bij hoge waterstanden op de Waddenzee kunnen we niet lozen en is extra pompcapaciteit nodig. In die situaties of als er veel regen in korte tijd valt, pompen we water met het elektrische Hooglandgemaal (Stavoren) naar het IJsselmeer en met de gemalen Zwarte Haan, Roptazijl, Dongerdielen en De Heining naar de Waddenzee. We zetten het Ir. D.F. Woudagemaal in Lemmer, een historisch stoomgemaal, nog af en toe aan om het Hooglandgemaal te ondersteunen.
We vangen ook water op
Het is belangrijk dat we grote hoeveelheden water bergen. Niet alleen om wateroverlast tegen te gaan, maar juist ook zodat we beter zijn voorbereid op de droge zomers. In de afgelopen jaren hebben we in verschillende gebieden maatregelen genomen om meer water vast te houden. Vooral op de hoge zandgronden in het zuidoosten waar ’s zomers de meeste verdroging optreedt. Bijvoorbeeld door het plaatsen van regelbare stuwen (schotten in de sloot die omhoog en omlaag kunnen), aanleg van extra waterinlaten, het verbreden van sloten en de aanleg van infiltratiegreppels.
Al deze maatregelen helpen om meer water te kunnen bufferen en benutten. Ook vergroten we de Friese boezem (stelsel van meren, kanalen en vaarten) om meer water te hebben. Bijvoorbeeld door de aanleg van brede natuurvriendelijke oevers. Dit is goed voor de biodiversiteit en levert meer ruimte voor water op.
Met het project Ruim Baan voor Water zoeken we zo steeds naar mogelijkheden om water op te vangen en te bergen. We pakken waterkeringen en -gangen in Fryslân aan, zodat ze weer voldoen aan de gestelde eisen en creëren we meer waterberging. Dit deden we bijvoorbeeld bij de verbetering van polder De Foarútgong. Hier hebben we sloten verbreed voor meer waterberging. Bij de Nije Wielen in Leeuwarden hebben we het wateroppervlak vergroot om meer op te kunnen vangen. Ook het verbeteren van de Ryptsjerksterfeart is onderdeel van Ruim baan voor Water.
Lees hier wat je zelf kunt doen om wateroverlast te voorkomen